Onze onderzoeksmethoden
Grondboringen
Met handmatige of machinale boringen brengen we de bodemopbouw in kaart. We nemen monsters uit elke laag om de kwaliteit en het type grond te bepalen. Wij kunnen zowel op land als op water boren.
Sleuven
We graven sleuven om de bodem visueel te inspecteren. Dit is vooral handig bij aanleg van kabels en leidingen en de kwaliteit van de bodem (asbest of archeologisch onderzoek).
Sonderingen
Bij een sondering drukken we een sonde in de grond om te meten hoeveel weerstand de bodem biedt. Zo bepalen we de draagkracht of de opbouw van de ondergrond. Dat is belangrijk voor zettingen door zwaar materieel of het bepalen voor fundaties voor bouw- of infrawerkzaamheden. Wij kunnen op het land, op het water en op het spoor sonderen.
Bussen, liners en kopeckyringen
Met metalen bussen (Ackerman, G-waarde of milieu) nemen we ongeroerde bodemmonsters. Deze gebruiken we voor laboratoriumonderzoek. Kopeckyringen zijn kleine, nauwkeurige ringen waarmee we het bodemvochtgehalte en organische stoffen meten. De Ackerman bussen gebruiken we voor grondmechnisch onderzoek. Hierbij kan je denken aan drukproeven. Maar ook het de samenstelling van een monster onderzoeken, wat handig is voor geotechnisch onderzoek en/of zettingsberekeningen.